Het gevleugelde woord
Het gevleugelde woord
De illustrator van het achtste-eeuwse handschrift MMW 10 B 4 in Huis van het boek hield erg van gevleugelde dieren. Vogels hebben zich geparkeerd op letters in opschriften, of zitten parmantig op een met vlechtwerk versierde initiaal. Op folio 131r verzet een kip zich dapper tegen een vos. Zelfs de afkortingstrepen boven de kleurrijke opschriften krijgen de vorm van vleugels. Het is alsof de woorden elk moment weg kunnen vliegen.
Huis van het boek, MMW, 10 B 4, fol. 143r (detail)
Huis van het boek, MMW 10 B 4, fol. 95r (detail)
Handschrift MMW 10 B 4 bevat een collectie teksten met kerkelijk recht: besluiten van de grote oecumenische concilies uit de eerste eeuwen na Christus tot aan plaatselijke concilies in Gallië in de vijfde en zesde eeuw. Voor zo’n serieuze verzameling kerkrecht zijn de decoraties opvallend speels.
Het handschrift is vervaardigd in Frankrijk, waarschijnlijk in Bourges. De stijl van de decoratie lijkt sterk op die van insulaire handschriften, vooral het vlechtwerk en de fantasiedieren. Dit is niet ongebruikelijk voor Frankische handschriften uit deze periode. Decoratieve elementen die we gewoonlijk associëren met de insulaire stijl waren wijdverspreid in Noord-Europa (Emilia Henderson 2020)
Huis van het boek, MMW 10 B 4, f. 62v (detail)
Een andere overeenkomst met insulaire handschriften is het spel met letters. De opschriften bestaan uit kleurige letters, afwisselend ingekleurd met rood, geel en groen, waarbij sommige letters heel klein geschreven binnen een grotere letter zijn geplaatst. Het vergt heel wat puzzelwerk om te kunnen lezen wat er staat. De kopiist, die waarschijnlijk dezelfde persoon was als de illustrator, kwam er zelf ook niet altijd uit. Een latere hand heeft hier en daar de oplossing van een onbegrijpelijk puzzelwoord boven het opschrift geschreven. Soms ontbreekt er een letter die zelfs na lang speuren niet is terug te vinden. Op folio 168r komen vogels aanvliegen om de ontbrekende letter (een ‘u’ in de vorm van een misbeker) in het opschrift te laten vallen – bijna op de goede plaats.
Huis van het boek, MMW 10 B 4, f. 168r (detail)
Huis van het boek, MMW 10 B 4, fol. 163r (detail). Let ook op de vogel in de initiaal L onder het opschrift
De illustrator had niet alleen iets met vleugels, maar ook met handen. In de afbeelding hierboven met de aanvliegende vogels zien we in de initiaal onder het opschrift een hand, die de ronde stok van de unciale D vasthoudt. Ook de gevleugelde afkortingstreep boven ‘Incipit’ heeft iets weg van een hand. Dit zien we nog beter op de afbeelding hiernaast, waar de afkortingstreep boven de naam van Paus Leo sterk lijkt op een zegenende hand. De gelijkenis wordt des te opvallender wanneer we deze hand vergelijken met de opvallend grote handen van de priester die de wijn en de hosties zegent in de bladvullende tekening aan het begin van het boek.
Letters waarin handen zijn verwerkt zien we vaker in Frankische handschriften uit deze periode (Kitzinger 2021) en we treffen ze ook aan in Byzantijnse handschriften (Brubaker 1991). Deze handen herinneren ons eraan hoe nauw boeken waren verbonden met het lichaam, en met handelingen die tijdens het voorlezen werden verricht. Deze handelingen waren niet alleen liturgisch. Ook op andere manieren brachten de handen van de voorlezer de tekst tot leven, zoals we kunnen lezen in de blog van Malou Moen ‘Het ontdooide handschrift.’
Huis van het boek, MMW 10 B 4, fol. 1v (detail). De overeenkomsten tussen elementen in deze tekening en de decoratie van de opschriften maken het onwaarschijnlijk dat de tekening later is toegevoegd, zoals E. A. Lowe heeft geopperd.
Emilia Henderson, Early medieval interlace – a distinctive or ubiquitous feature?, 6 October 2020, https://blogs.bl.uk/digitisedmanuscripts/2020/10/early-medieval-interlace.html
Beatrice Kitzinger, ‘Wandalgarius’ letters of the law: figural initials and book culture in the late eighth century’, Zeitschrift für Kunstgeschichte 84 (2021), pp. 291-324
E.A. Lowe, Codices latini antiquiores: a palaeographical guide to Latin manuscripts prior to the ninth century, 10 (Oxford, 1963), p. 39